PODIUMANGST
Een zelfverzekerde man met podiumangst
Breed en rijzig staat hij in de deur. Hij is een indrukwekkende man. Directeur van een groot College.
Klok
Hij heeft de stoute schoenen aangetrokken, zijn schroom overwonnen en legt zijn vraag voor.
Aan het eind van elk schooljaar spreekt hij in de aula honderden mensen toe: docenten, andere medewerkers, studenten en hun ouders.
Soms staat hij daar met veel plezier.
Dan klinkt zijn toespraak als een klok.
Berg
Op andere momenten ziet hij er als een berg tegenop om zijn verhaal te houden en staat hij met knikkende knieën op het podium.
Hij weet niet waaraan dit ligt, evenmin hoe dit te veranderen.
Daarom komt hij naar mijn coachingspraktijk.
Podiumoptredens
Wat hij wil: vanaf nu elke keer een goed verhaal houden en zich hierbij rustig en zelfverzekerd voelen.
Ik ben geïnteresseerd in de podiumoptredens waarop hij met tevredenheid terugkijkt.
Het blijken er diverse te zijn.
We gaan diep in op de manier waarop hij omgaat met de voorbereiding ervan, vanaf het aller-allereerste moment.
Datzelfde doen we met de toespraken die niet goed verlopen.
Pril begin
En dan licht een rode draad op.
Bij toespraken waarover hij tevreden is, verloopt het prille begin van de voorbereiding direct al anders.
Maanden van te voren vertelt hij zijn vrouw herhaaldelijk, dat hij er zin in heeft de mensen in de zaal iets mee te geven.
Iets wat hen raakt of wat voor hen van betekenis kan zijn.
Hij zit dan te broeden op een mooi thema en hoe dit vorm te geven.
Lach
Door de tijd heen schrijft hij elke keer iets op.
Langzaamaan groeit zijn verhaal op papier, maar bovenal groeit het in hemzelf.
Hij ziet zich al op het podium staan, met de open en lachende gezichten voor hem.
Hij voelt als het ware de beweging al van de ontspannen verteller die op het podium loopt.
Vlak voor zijn optreden zet hij zijn verhaal in een aantal kernwoorden op een klein papiertje.
Klem
Hoe anders gaat de voorbereiding als het misloopt.
Dan zegt hij, al zuchtend, maanden van te voren tegen wie het maar wil horen: "Straks moet ik weer...".
En doet verder niets.
O jawel, toch iets, hij schuift het-eraan-beginnen voor zich uit.
Zo hoeft hij er niet aan te denken. Denkt hij.
Toch blijft die jaarafsluiting als een soort grijze schim in zijn hoofd hangen.
Knoop
Hij weet dat hij aan de slag moet gaan, dat er geen ontkomen aan is en stelt het uit tot het laatste moment.
Dan weet hij niet wat hij wil vertellen.
Dat zet hem klem. Al wrochtend schrijft hij in hele zinnen zijn betoog uit.
Zonder papier kan hij het straks niet. Als de dag daar is, ziet hij - met een knoop in zijn maag vanuit de coulissen - hoe het publiek de zaal binnenkomt.
Als hij het woord moet nemen, doet hij dat zonder veel enthousiasme en is blij als het voorbij is.
Gloedvol
Hoe anders handelt hij, ook op de grote dag zelf, als het goed loopt.
Dan staat hij bij de deur om mensen te verwelkomen.
Hij loopt de aula in, stapt op mensen af, maakt hier en daar een praatje, gaat eens op een stoel tussen het binnenstromende publiek zitten en springt met energie op als hij het woord gaat voeren.
Groot en rijzig staat hij op het podium.
Rustig en zelfverzekerd kijkt hij de verwachtingsvolle mensen aan en gloedvol houdt hij zijn betoog.